(English version below)
Klein Nijlpaard staarde verdrietig in het water. Een uurtje geleden had hij lekker gras staan eten. Zoals zo vaak als hij een lekkere hap nam, leek het net of hij een stukje verderop een nóg malser grassprietje zag staan. En toen hij daar naartoe liep zag hij opeens twee hoeven achter dat malse grassprietje (dat er van dichtbij eigenlijk toch niet zoveel malser uitzag dan degene die hij net had opgegeten, maar toch bleef hij dat keer op keer denken).
Klein Nijlpaard keek omhoog, en zag dat er aan de twee hoeven twee dunne benen vastzaten. En toen hij nóg verder omhoog keek, zag hij aan het eind van een eindeloos lange nek, het gezicht van een giraffe.
Klein Nijlpaard schrok, want het was geen vriendelijk gezicht. De giraffe keek hem minachtend aan, lachte neerbuigend (zonder zijn nek ook maar een beetje te buigen) en zei schamper: “Kijk eens wie we daar hebben? Een vet varken!”.
En daar stond Klein Nijlpaard nu over na te denken. Wist Giraffe dan niet dat er onder Klein Nijlpaard zijn dikke huid nauwelijks vet zit, maar vooral heel veel spieren? En dat ook al zou het wel vooral vet zijn, het nog steeds niet aardig is om “vet varken” te zeggen? Want Klein Nijlpaard heeft dan wel een dikke huid, maar die huid is ook heel gevoelig, en veroordeling doet pijn.
Klein Nijlpaard zuchtte. Wat had iedereen toch snel zijn oordeel klaar, door alleen maar naar de buitenkant te kijken. Alsof je in staat bent met één blik op de ander direct op de hoogte te zijn van diens totale omstandigheden en achtergrond. Het was niet eerlijk. Wat zou het fijn zijn als iedereen eerlijk met elkaar om ging.
Hij moest denken aan iets wat zijn moeder hem had verteld over een meneer in Amerika, Henry Cloud, die lessen gaf over oordelen. Die ging een stapje verder, hij wilde niet op basis van ‘eerlijk’ beoordeeld worden. Klein Nijlpaard had er eerst niets van begrepen. Maar Meneer Cloud bedoelde, dat hij niet op basis van wat rechtvaardig zou zijn beoordeeld wilde worden, maar op basis van liefde. Zodat er liefde en geduld zou zijn, ook als hij fouten maakte en tekort schoot, en dat hij zo vervolgens ook weer met anderen om mocht gaan.
Bijvoorbeeld op de werkplek van meneer Cloud, dat als hij een collega niet eerlijk behandelde, die collega niet meteen de deur in zijn gezicht zou dichtslaan omdat dat eerlijk zou zijn. Maar dat die collega het gesprek met geduld aan zou gaan.
Klein Nijlpaard vond dat wel mooi. Hij groeide op met uitspraken als “dat krijg je ervan”, en “wie zijn billen brand moet op de blaren zitten”. Ontdekken dat je fouten mag maken, en dat er dan anderen om je heen zijn die net zoveel van je blijven houden, die je helpen je eigen gedrag onder ogen te zien en geduldig met je zijn, is zo fijn.
Om op die manier met Giraffe om te gaan, zonder direct een oordeel te hebben, vond Klein Nijlpaard niet makkelijk. Maar niet oordelen was óók wel fijn. “Als ik anderen niet hoef te veroordelen en met geduld behandel, is het ook makkelijker om mezelf niet te veroordelen en geduldig met mezelf te zijn”, dacht Klein Nijlpaard. En zo kreeg Klein Nijlpaard toch weer een glimlach op zijn grote-kleine-Nijlpaarden mond.
[English Version]
Little Hippo was staring sadly at the water. About an hour ago he had been eating juicy grass. As often happened, when he took a nice bite, it seemed like the blades of grass a bit further up the field looked even better. When he reached them, he saw two hooves behind the better-looking-blades-of-grass (which after all, when he reached them, appeared to be not really juicier than the ones he had just eaten, but he kept thinking this over and over again)
Little Hippo looked up, and saw two long legs attached to the hooves. And when he looked up even higher, at the end of an endless long neck, he saw the face of a Giraffe.
The face scared Little Hippo, because it wasn’t a friendly face. The Giraffe looked scornful at him, laughed arrogant, and said "Look who’s there! A fat pig!”.
And that’s what Little Hippo was thinking about now. Didn’t Giraffe know that under Hippo’s thick skin were mostly muscles? And that, even if it would be mostly fat, it still isn’t kind to say “fat pig”? Because Hippo’s skin may be thick, but it is sensitive at the same time, and condemnation hurts.
Little Hippo sighed. Everyone was so quick to judge, only by looking at surface. As if one is capable to oversee someones complete situation and background by just one glance. That’s not fair. It would be so nice when everyone would be treating each other fair.
Then he thought about something his mother had told him about a man in America, Henry Cloud, who gave lectures about judging. He went a step further, he didn’t want to be treated fair. Little Hippo didn’t understand any of it at first. But Mister Cloud meant that he didn’t want to be treated based on fairness, but based on love. So that there would be love and patience, also when he made mistakes or failed, and at his turn he treats people around him the same loving way. For example in work, when Mister Cloud wouldn’t treat a colleague fair, this colleague wouldn’t immediately slam the door in his face because that would be fair. But that this colleague would patiently talk with him about this.
Little Hippo liked that. He grew up with sayings like “that’s your own fault” and a Dutch saying “If you burn your butt, you’ll have to sit on the blisters”.
Discovering you are allowed to make mistakes, and there are others around who love you just the same, who help you face your own behaviour and are patient with you, is so good.
Little Hippo didn’t think it was easy to deal with Giraffe this way, without immediately have a judgement. But not condemning immediately was also nice. If I don’t have to judge others, and handle them with patience, its also easier to not judge myself, and be patience with myself, Little Hippo thought. And that’s how Little Hippo got a smile back on his big-little-Hippo-mouth.